.

De statuten versus de aandeelhoudersovereenkomst

Het oprichten van een BV is niet zo moeilijk en geschiedt ten overstaan van de notaris, die daarvoor meestal een standaard model gebruikt.
Zolang er sprake is van één aandeelhouder is dit ook weinig bezwaarlijk en kunnen de statuten (bij voorkeur) zo beknopt mogelijk zijn.

Helaas is het meestal zo dat in het geval van een BV waarbij er sprake is van één aandeelhouder de statuten een nodeloze rij van bepalingen bevat die niet alleen slecht leesbaar zijn maar vooral ook overbodig en soms zelfs nodeloos beperkend zijn. In dit geval zijn de kortste statuten meestal de beste.
Aan de andere kant is het vaak ook zo dat in geval er meer aandeelhouders zijn de statuten juist een aantal zaken niet regelt.
Dit komt niet alleen doordat de notaris (uit kostenbesparing) uitgaat van een standaard model maar ook omdat een aantal zaken zich niet statutair laten regelen.
Op dat moment komt de aandeelhoudersovereenkomst in beeld.

Waarom is een aandeelhoudersovereenkomst in het geval van meerdere aandeelhouders van belang?
Hoewel het ook hier afhangt van de specifieke situatie zijn er zaken die in zijn algemeenheid wel aandacht vragen. Dit zijn meestal zaken die gevoed worden door verschil van inzicht dan wel door gewijzigde omstandigheden binnen de samenwerkende aandeelhouders.
Zolang één aandeelhouder de absolute meerderheid van stemmen heeft kan hij – overigens binnen de grenzen die de wet geeft – redelijk zijn eigen gang gaan, hoewel ook deze aandeelhouder meestal wel is gehouden aan de zogeheten blokkeringsregelingen zoals in de statuten zijn opgenomen.
Zijn er meerdere aandeelhouders waarbij geen der aandeelhouders de doorslaggevende stem heeft binnen de Algemene Vergadering dan kunnen – bij tegengestelde belangen of wensen – problemen optreden.

Overigens kan een aandeelhoudersovereenkomst andersom ook ‘bescherming’ bieden tegen een groot-aandeelhouder door aan de minderheidsaandeelhouder(s) bepaalde rechten toe te kennen of te bepalen dat bepaalde aandeelhoudersbesluiten met een zeer ruime meerderheid moeten worden genomen. Op die manier kan een minderheidsaandeelhouder besluiten tegen houden (als ware het een soort veto-recht). Overigens heeft een vetorecht ook weer nadelige consequenties omdat dan impasses in de besluitvorming kunnen optreden. Alsdan zal iets moeten worden geregeld hoe om te gaan met impasses.

Wat wordt er meestal geregeld in een aandeelhoudersovereenkomst?
Te denken valt aan:

  • Wijze van besluitvorming/meerderheid van stemmen/impasses in de besluitvorming;
  • Wijze van financiering van de vennootschap/uitkering van dividend;
  • Exit-regeling: een regeling die bepaalt wanneer en onder welke voorwaarden een aandeelhouder zijn aandelen moet aanbieden;
  • Mogelijke verkoop aan derden (de zogenoemde Tag along en Drag along regelingen) als aanvulling of afwijking van de blokkeringsregeling;
  • Concurrentiebeding;
  • Geheimhouding.

Daarnaast kan er iets geregeld worden over de taakverdeling indien de aandeelhouders ook een bestuurstaak hebben.
De rol van het bestuur wordt overigens vastgelegd in een directiereglement dat ook weer een onderdeel kan vormen van de aandeelhoudersovereenkomst.

Een aantal van de hierboven genoemde afspraken kunnen ook statutair geregeld worden.
Waarom kiest men dan toch vaak voor een aandeelhoudersovereenkomst?

  • Duidelijkheid: een aandeelhoudersovereenkomst geeft duidelijkheid over de rechten en plichten van de aandeelhouders van het bedrijf / onderneming / vennootschap. Een overeenkomst kan op dit punt beter gefinetuned worden dan de statuten.
  • Flexibiliteit: aandeelhoudersovereenkomsten kunnen steeds aangepast worden naar veranderende wensen en omstandigheden.
  • Geheimhouding: statuten zijn openbaar; een aandeelhoudersovereenkomst niet.

Er zijn (uiteraard) ook nadelen ten opzichte van de statuten. De statuten zijn vastgelegd in een notariële akte:

  • De statuten kunnen met een bepaalde meerderheid van stemmen worden gewijzigd terwijl de wijziging van een overeenkomst de medewerking vraagt van alle partijen;
  • Een aandeelhoudersovereenkomst bindt alleen de partijen die partij zijn bij de overeenkomst terwijl statuten alle aandeelhouders en de vennootschap bindt;
  • Een aandeelhoudersovereenkomst kan in een andere taal worden opgesteld dan de taal van het recht dat van toepassing is. Dit kan onduidelijkheden opleveren bij de uitleg en interpretatie van de overeenkomst;
  • Aan statutaire verplichtingen kunnen vennootschapsrechtelijke sancties worden gekoppeld voor het geval deze verplichtingen niet worden nagekomen, zoals de opschorting van stemrecht en/of dividendrecht. Bij een overeenkomst wordt niet nakoming ‘slechts’ via een boeteregeling afgedwongen. Dat betekent – in principe – dat een aandeelhoudersbesluit dat in strijd is genomen met de overeenkomst wel leidt tot een rechtsgeldig besluit.

Het is niet duidelijk welke regeling vóór gaat bij een tegenstrijdigheid. De statuten hebben in beginsel altijd voorrang. Toch is het denkbaar dat een rechter besluit dat bij een concrete situatie de aandeelhoudersovereenkomst voorgaat.

Doordat een regeling in een aandeelhoudersovereenkomst onbedoelde side-effects kan hebben is de redactie van een aandeelhoudersovereenkomst een precisiewerkje waarbij steeds de belangen over en weer goed afgestemd moeten worden.